Het Nederlandse onderwijs staat internationaal bekend om zijn progressieve benadering van kritisch denken. Al vanaf de basisschool worden kinderen gestimuleerd om niet alleen kennis te vergaren, maar ook om deze kennis te bevragen en in praktijk te brengen. Deze aanpak is geen toeval, maar een bewuste keuze die diep verankerd ligt in de Nederlandse onderwijsfilosofie.
Een belangrijk kenmerk van het Nederlandse systeem is de nadruk op zelfstandig leren. Docenten functioneren vaak als begeleiders die leerlingen ondersteunen bij hun eigen leerproces, in plaats van als autoritaire kennisoverdragers. Hierdoor leren kinderen al vroeg verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen ontwikkeling en worden ze aangemoedigd om kritische vragen te stellen.
De pedagogische driehoek vormt een essentieel concept in het Nederlandse onderwijs, waarbij de relatie tussen leerling, leerkracht en leerstof centraal staat. Deze benadering erkent dat effectief leren plaatsvindt wanneer leerlingen actief betrokken zijn bij het leerproces en worden uitgedaagd om verbanden te leggen tussen verschillende concepten.